Op dinsdag 12 juni werd er in Bezoekerscentrum de Kraaijenberg van Het Brabants Landschap een workshop gehouden als start voor het DAK project in het Markiezaatsmeer. Erik de Jonge en Hans Schep van het Brabants Landschap, Peter Kooistra, die samen met zijn zoon op het Markiezaatsmeer vist, Erwin Winter en Joep de Leeuw van WMR, Jaap van der Meer van NIOZ en Arjan Heinen en Magnus van der Meer namens NetVISwerk en DUPAN waren daarbij aanwezig. Er was gedurende de dag een levendige uitwisseling van feiten en kennis van het gebied, ingebracht door de beroepsvisser en de beheerders van het land en water.

Het Markiezaatsmeer is ontstaan in 1984 door de aanleg van de dijk langs het Schelde Rijnkanaal, waardoor het meer gescheiden werd van de Westerschelde. Het meer kenmerkt zich onder andere door een grote open wateroppervlakte, het vrijwel ontbreken van verbindingen met de omliggende wateren, een kleibodem en zoet water met her en der nog wat zoute kwel. Voor paling lijkt dit meer een ideaal leefgebied. Het is een groot natuurgebied waar watersporters niet mogen komen en waar de Kooistra’s als enige mogen vissen; overige sport en beroepsvisserij is niet toegestaan.

De workshop bleek een goede bodem voor het starten van de monitoring van de aalstand te hebben gelegd, zo is inmiddels gebleken. Door Kooistra is specifiek op kleine aal gevist met spieringfuiken. De reguliere vangsten zijn doorgemeten. In de herfst is op schieraal gevist, waarbij een deel van de vangst werd gezenderd door WMR. Daardoor kan men nu nagaan waar de schieralen naar toe trekken in hun zoektocht naar de zee. Ook zijn er palingen van verschillende lengtes bemonsterd, voor onderzoek naar hun otolieten (gehoorsteentjes). Daaruit kunnen de wetenschappers informatie inwinnen over de leeftijd en de groei van palingen in het Markiezaatsmeer.